fbpx
Skip to content Skip to sidebar Skip to footer
0 items - €0,00 0

Reglement geschillencommissie Paramedici

© 2021 Geschillencommissie Paramedici, augustus 2021
Maliesingel 39
3581 BK UTRECHT
T +31 (0)30 31 09 29
E geschil@klachtenloketparamedici.nl

Artikel 1 Doel en status reglement
Dit reglement beschrijft de werkwijze van de Geschillencommissie Paramedici.

Artikel 2 De Geschillencommissie Paramedici
De Geschillencommissie Paramedici beoordeelt de haar voorgelegde geschillen tussen de klager, als bedoeld in artikel 4.1. lid 1,en een paramedicus danwel praktijkhouder van wie de behandeling, bejegening of organisatie van zorg het betreft, verder te noemen: de aangeklaagde,door middel van een bindend advies. De Geschillencommissie Paramedici kan voorts een schadevergoeding tot maximaal € 25.000,-, exclusief de wettelijke rente toekennen. De Geschillencommissie Paramedici geeft een finaal oordeel, wat betekent dat er geen hoger beroep instantie is. Een vordering tot schadevergoeding kan ook niet opnieuw worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling Geschillencommissie Paramedici
3.1 Benoeming leden
1. De Geschillencommissie bestaat uit een door de Stichting Kwaliteitsregister Paramedici (KP) en Zorgbelang Nederland op eenzijdige voordracht te benoemen oneven aantal onafhankelijke leden: onder wie een voorzitter en andere door zorgaanbieders/patiëntenorganisaties voorgedragen leden.
2. Alle leden worden benoemd en ontslagen door het bestuur van KP. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, waarna tweemaal herbenoeming voor telkens vier jaar kan plaatsvinden. Het bestuur heeft een rooster van aftreden opgesteld.

3.2 Samenstelling Geschillencommissie Paramedici
1. Bij de behandeling van een geschil bestaat de Geschillencommissie Paramedici uit één lid dan wel drie leden. Indien de Geschillencommissie Paramedici bestaat uit één lid dan beschikt het lid over de titel meester in de rechten en over kennis en ervaring op het gebied van geschilbeslechting en gezondheidsrecht.
2. Bij de behandeling van een geschil door drie leden bestaat de Geschillencommissie Paramedici uit een voorzitter, die daarnaast een lid-vertegenwoordiger van de beroepsgroep van de zorgaanbieder en een lid-vertegenwoordiger van de cliënten/patiëntenorganisatie aanwijst. De voorzitter beschikt over de titel meester in de rechten en heeft ervaring op het gebied van geschillenbeslechting en gezondheidsrecht.
3. De leden van de Geschillencommissie Paramedici mogen gedurende een jaar voorafgaande aan de aanvaarding van hun functie niet gewerkt hebben voor of enige functie hebben vervuld bij KP respectievelijk een representatief te achten organisatie voor cliënten van aangeklaagden en vanaf de aanvaarding van hun functie niet werkzaam zijn voor of enige functie bekleden bij het KP of voor een organisatie voor cliënten van aangeklaagden.
4. De leden van de Geschillencommissie Paramedici dragen er zorg voor dat zij voor de duur van hun benoeming beschikken over de voor hun taakvervulling benodigde actuele kennis, deskundigheid en ervaring.
5. De Geschillencommissie Paramedici wordt ondersteund door een secretaris, die tevens jurist is. De secretaris heeft geen stem in de beraadslaging en de beslissing. De secretaris draagt zorg voor de administratieve verwerking van aan de Geschillencommissie Paramedici voorgelegde geschillen. Dit betreft onder meer het registreren van een geschil, het verslagleggen van verhandelingen en het voeren van correspondentie met de klager en de aangeklaagde. Een en ander geschiedt op een
2 Reglement Geschillencommissie Paramedici
zodanige wijze dat de privacy van de klager en van de aangeklaagde volgens de wettelijke vereisten in acht wordt genomen.

Artikel 4 Werkwijze Geschillencommissie Paramedici
4.1 Persoon van de klager
1. Een geschil kan worden voorgelegd door:
a. de cliënt, zijnde de persoon die zich voor paramedische zorg tot de praktijk van de aangeklaagde heeft gewend;
b. een nabestaande (als bedoeld in artikel 1 lid Wkkgz) van de onder a genoemde persoon;
c. een wettelijk vertegenwoordiger van de onder lid 1 sub a en b genoemde personen, onverminderd het in lid 5 bepaalde.
2. Een geschil kan worden voorgelegd door een persoon die door de aangeklaagde ten onrechte niet als vertegenwoordiger is aangemerkt.
3. Een geschil kan worden voorgelegd door een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, mits een belang in het geding is dat de stichting of de vereniging volgens haar statuten behartigt.
4. Degene die het geschil voorlegt, wordt in dit reglement geduid als ‘de klager’, waarmee ook kan worden bedoeld ‘de klaagster’.
5. Een klager kan zich laten bijstaan door een gemachtigde.
Vertegenwoordiging is verplicht, indien de klager de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt en/of de klager in verband met wilsonbekwaamheid door de rechter een wettelijk vertegenwoordiger toegewezen heeft gekregen.
Indien geklaagd wordt namens degene die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt is tevens de instemming van beide gezaghebbende ouders met het voorleggen van het geschil vereist.

4.2 Voorleggen van een geschil
1. De Geschillencommissie Paramedici verstaat onder een geschil een klacht over:
a. een paramedische handeling,
b. een wijze van bejegening in het kader van de zorg en/of
c. de organisatie van de zorg door de aangeklaagde.

Een geschil kan tevens inhouden een vordering tot schadevergoeding in verband met de hiervoor bedoelde gedragingen (zie artikel 4.2 lid 5).

2. De klacht en/of de vordering tot schadevergoeding richt zich tot de aangeklaagde, als bedoeld in artikel 2.
3. Het uitgangspunt is dat de klager zich met de klacht eerst tot de aangeklaagde zelf wendt voor behandeling conform de klachtenprocedure en/of de klachtenfunctionaris van de aangeklaagde. Na afronding daarvan door een schriftelijke mededeling van de aangeklaagde kan een geschil aan de Geschillencommissie Paramedici worden voorgelegd:
a. indien de mededeling van de aangeklaagde aan de klager waarmee de klachtenprocedure is geëindigd, de klacht naar de mening van de klager in onvoldoende mate heeft weggenomen
b. of indien de aangeklaagde heeft gehandeld in strijd met de verplichting schriftelijk een regeling te treffen die de mogelijkheid biedt te klagen over het gedrag van de aangeklaagde.
4. In afwijking van lid 2 kan een geschil rechtstreeks aan de Geschillencommissie Paramedici worden voorgelegd indien van de klager vanwege uitzonderlijke omstandigheden in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder die gegeven omstandigheden zijn klacht eerst bij de aangeklaagde indient. Onder uitzonderlijke omstandigheden vallen in elk geval de situaties waarin de klacht seksuele intimidatie, bedreiging of mishandeling betreft, alsmede de situatie waarin de klager een gerede angst heeft dat op het voorleggen van het geschil repercussies zullen volgen. Ook de situatie waarin de aangeklaagde uitdrukkelijk (schriftelijk) en meermalen aan de klager te kennen heeft gegeven geen enkele medewerking te willen verlenen aan het bereiken van een oplossing zal door de Geschillencommissie Paramedici worden opgevat als een situatie waarin rechtstreekse toegang mogelijk is. Als zodanig wordt niet beschouwd een afwijzing van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de aangeklaagde.
5. In geval een geschil tevens een vordering tot schadevergoeding behelst (zie lid 1) geldt het volgende:
a. Een vordering kan door de klager aan de Geschillencommissie Paramedici worden voorgelegd voor zover deze niet meer bedraagt dan € 25.000,-, exclusief wettelijke rente), tenzij klager bereid is uitdrukkelijk te verklaren zijn vordering te beperken tot € 25.000,-. Een uitdrukkelijke verklaring is op schrift gesteld en ondertekend door de klager.
b. Indien de vordering tot schadevergoeding tevens ziet op van de cliënt afgeleide schade van een derde (bijvoorbeeld de partner), dan geldt het bepaalde onder a voor de gehele vordering, dat wil zeggen voor de schade van de klager en de genoemde derde.
c. Indien de vordering tot schadevergoeding tevens ziet op schade van het minderjarige kind van de cliënt, dan gaat de Geschillencommissie Paramedici in elk geval uit van een aan haar afzonderlijk voorgelegd geschil betreffende de minderjarige. Het bepaalde onder a geldt dan afzonderlijk voor de vordering van de cliënt en/of de partner en voor de vordering van het minderjarige kind. Indien de gevorderde schadevergoeding een financiële waarde van € 700,- te boven gaat, dan is tevens een machtiging van de kantonrechter vereist.
Indien het de Geschillencommissie Paramedici blijkt van een vordering tot schadevergoeding betreffende de minderjarige die van onbepaalde waarde is en/of evident meer bedraagt dan € 25.000,-, dan geldt het bepaalde in artikel 4.6 lid 3 onder d.
6. Een geschil kan slechts worden voorgelegd onder betaling van een griffierecht van € 50,- per geschil zonder vordering tot schadevergoeding en € 100,- indien er tevens sprake is van een vordering tot schadevergoeding (per geschil). Betaling dient te geschieden binnen veertien dagen na verzending door de secretaris van de brief waarin om betaling is verzocht en op de in die brief vermelde wijze.
7. De Geschillencommissie Paramedici kan in haar uitspraak bepalen dat, indien er sprake is van een geheel of gedeeltelijk gegronde klacht, de aangeklaagde de kosten van de behandeling van het geschil bestaande uit (maximaal) het betaalde griffierecht aan klager moet terug betalen.
8. Een geschil dient te worden voorgelegd binnen een jaar na de dag waarop de aangeklaagde aan de klager de mededeling heeft gedaan waarmee de klachtenprocedure is geëindigd en tevens binnen vijf jaar na de aangeklaagde behandeling, bejegening of organisatie van zorg die onderwerp van geschil is. Indien de klager zich rechtstreeks tot de Geschillencommissie Paramedici wendt, dan dient dit eveneens te gebeuren binnen vijf jaar na de aangeklaagde behandeling, bejegening of organisatie van zorg die onderwerp van geschil is.
9. Met het voorleggen van het geschil aan de Geschillencommissie Paramedici stemt de klager ermee in de door de Geschillencommissie Paramedici te wijzen uitspraak als bindend te aanvaarden.

4.3 Eisen klaagschrift met het geschil
1. Het geschil wordt voorgelegd door middel van een klaagschrift. Dat klaagschrift kan op schrift zijn gesteld en per post zijn verzonden, maar het is ook mogelijk het formulier op de website van de Geschillencommissie Paramedici in te vullen.
2. Het klaagschrift is opgesteld in de Nederlandse taal en bevat:
a. de naam, de voornamen en het adres van de klager;
b. het geschil en de feiten en gronden waarop deze berust;
c. de naam, het werkadres en, voor zover bekend, het woonadres van de aangeklaagde over wie wordt geklaagd, dan wel de naam en het vestigingsadres van de aangeklaagde waarover wordt geklaagd;
d. indien geklaagd wordt door:
i. een ander dan de cliënt: een duidelijke omschrijving van de relatie tot de cliënt en de aangeklaagde;
ii. een stichting of vereniging: een omschrijving van het belang dat de stichting of vereniging volgens haar statuten behartigt;
e. indien een beroep wordt gedaan op artikel 4.2 lid 4: een omschrijving van de omstandigheden waarom van de klager in redelijkheid niet kan worden verlangd zijn klacht eerst bij de aangeklaagde in te dienen. f. indien een vordering tot schadevergoeding wordt ingediend: de omvang en een onderbouwing van de vordering en de posten waaruit de vordering is opgebouwd (een schadestaat) en zo nodig (zie artikel 4.2 lid 5 sub c) een machtiging van de kantonrechter.
3. Aan het klaagschrift zijn de volgende stukken toegevoegd:
a. indien het geschil louter ziet op het paramedisch handelen en/of bejegening en/of de organisatie van zorg: , de correspondentie die ziet op het klachttraject bij de aangeklaagde zelf en/of de klachtenfunctionaris, alsmede de mededeling van de aangeklaagde waarmee de klachtenprocedure is geëindigd en eventueel het paramedisch dossier;
b. indien het geschil ziet op het paramedisch handelen en/of bejegening en/of de organisatie van zorg en op een vordering tot schadevergoeding: de stukken als bedoeld onder lid 3 sub a alsmede de stukken die de vordering tot schadevergoeding onderbouwen.
4. Het klaagschrift is schriftelijk of elektronisch ondertekend door de klager, en indien klager zich laat bijstaan, door zijn advocaat of een andere gemachtigde.

4.4 Ontvangst klaagschrift
1. De secretaris van de Geschillencommissie Paramedici tekent onverwijld de datum van ontvangst op het klaagschrift aan.
2. De secretaris van de Geschillencommissie Paramedici bevestigt de ontvangst van het klaagschrift aan de klager door middel van een schriftelijke en/of elektronische ontvangstbevestiging, waarin de klager tevens wordt geïnformeerd over de verdere procedure en hem toestemming wordt gevraagd (bij wijze van een schriftelijke medische machtiging) voor inzage in de medische gegevens voor zover dit voor het onderzoek van het geschil noodzakelijk is. In de brief is aangegeven dat de machtiging binnen een week getekend retour moet worden gestuurd aan de secretaris. Tevens is in deze brief kenbaar gemaakt hoe de klager het griffierecht binnen veertien dagen kan voldoen.
3. Het geschil wordt in behandeling genomen na retourontvangst van de benodigde stukken, de medische machtiging en de ontvangst van het griffierecht. Is tevens een machtiging van de kantonrechter vereist, dan wordt het geschil in behandeling genomen na ontvangst van ook die machtiging.
4. De secretaris maakt per ommegaande na ontvangst van het klaagschrift een dossier aan dat (ten minste) de volgende stukken bevat:
a. naam, adres en telefoonnummer van de klager;
5 Reglement Geschillencommissie Paramedici
b. naam, adres en telefoonnummer van de beklaagde aangeklaagde en de locatie van de beroepsuitoefening, dan wel naam en vestigingsplaats van de aangeklaagde;
c. de datum waarop en/of periode waarin de feiten waarop het geschil betrekking heeft, zich hebben voorgedaan;
d. de datum van indiening van het geschil;
e. de inhoud en het doel van het geschil;
f. de correspondentie over het klachttraject en de mededeling van de aangeklaagde waarmee het klachttraject is geëindigd;
g. de getekende schriftelijke medische machtiging van de klager;
h. indien een vordering is ingediend: een onderbouwing van de vordering en een schadestaat;
i. indien een machtiging van de kantonrechter is vereist: de machtiging van de kantonrechter.
5. De dossiers worden gedurende een periode van maximaal twee jaar na het einde van de geschillenprocedure bewaard.
6. Ten aanzien van de persoonsgegevens worden de verplichtingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens (en bij inwerkingtreding die van de Algemene verordening gegevensbescherming) in acht genomen.

4.5 Herstel verzuim klaagschrift
1. Indien het klaagschrift niet voldoet aan de in artikel 4.3 genoemde eisen, dan deelt de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici in de ontvangstbevestiging aan de klager mee in hoeverre het klaagschrift onvolledig is en nodigt hem uit binnen vier weken het verzuim te herstellen. Totdat de stukken zijn ontvangen, wordt het geschil als niet voorgelegd beschouwd.
2. Bij herstel van het verzuim tekent de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici alsnog onverwijld de datum van ontvangst op het klaagschrift aan en wordt het geschil in behandeling genomen indien tevens de medische machtiging is ontvangen en het griffierecht is betaald. De secretaris bevestigt de ontvangst van het herstelde klaagschrift.

4.6 In behandeling nemen van geschil
1. De datum van ontvangst van het klaagschrift, de benodigde stukken, de medische machtiging en het griffierecht wordt door de Geschillencommissie Paramedici beschouwd als de datum waarop het geschil in behandeling wordt genomen. Op dat moment vangt de termijn van zes maanden aan als bedoeld in artikel 22 lid 1 Wkkgz.
2. Indien na onderzoek van het klaagschrift en het eventuele herstel van de verzuimen is gebleken dat:
a. niet is voldaan aan artikel 4.2 lid 2, lid 3 of lid 6 en/of
b. een noodzakelijke machtiging van de kantonrechter ontbreekt en/of
c. de klager geen redelijk belang heeft bij een uitspraak van de Geschillencommissie Paramedici (bijvoorbeeld omdat aan al zijn verzoeken reeds tegemoet is gekomen) en/of
d. het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt en/of
e. het geschil is voorgelegd door een stichting of vereniging, maar een ander belang in het geding is dan de stichting of de vereniging volgens haar statuten behartigt en/of
f. niet is voldaan aan artikel 4.2 lid 7,
dan spreekt de Geschillencommissie Paramedici de niet-ontvankelijkheid van de klager uit. In dat geval wordt het desbetreffende geschil afgedaan overeenkomstig artikel 4.9. Artikel 4.7 en 4.8 zijn niet van toepassing.
3. Indien na onderzoek van het klaagschrift en het eventuele herstel van de verzuimen is gebleken dat:
a. het een geschil betreft waarover de klager of de aangeklaagde reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft gemaakt of waarin de rechter reeds een uitspraak over het geschil heeft gedaan en/of
b. het een geschil betreft waarover reeds een andere instantie een bindend advies heeft uitgebracht en/of
c. het een geschil betreft waarbij de klager een vordering voorlegt die een financieel belang van € 25.000,- te boven gaat en de klager zijn vordering niet wenst te beperken tot genoemd bedrag,
d. het een geschil aangaande het minderjarig kind van de cliënt betreft waarbij de klager namens de minderjarige een vordering voorlegt en die vordering van onbepaalde waarde is en/of evident een financieel belang van € 25.000,- te boven gaat,
dan spreekt de Geschillencommissie Paramedici voor het desbetreffende geschil haar onbevoegdheid uit. In dat geval wordt het desbetreffende geschil afgedaan overeenkomstig artikel 4.9. Artikel 4.7 en 4.8 zijn niet van toepassing.

4.7 Eisen verweerschrift
1. Na het in behandeling nemen van het geschil stelt de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici de aangeklaagde in de gelegenheid een verweerschrift in te dienen. De secretaris stelt daartoe het klaagschrift en de bijbehorende stukken met een begeleidende brief per aangetekende post naar het adres van de aangeklaagde.
2. Het verweerschrift dient in tweevoud schriftelijk en/of elektronisch te worden ingediend en bevat het verweer en de gronden waarop het berust.
3. Voor het indienen van het verweer wordt een termijn van maximaal drie weken gehanteerd. In hoogst uitzonderlijke omstandigheden kan de Geschillencommissie Paramedici besluiten, na een gemotiveerd verzoek daartoe, een uitstel van in beginsel een week te verlenen. De secretaris bevestigt binnen een week de ontvangst schriftelijk en/of elektronisch.
4. Eén exemplaar van het ingediende verweerschrift wordt na ontvangst ervan door de secretaris per post of elektronisch in handen gesteld van de klager.
5. Wordt geen, althans niet tijdig, een verweerschrift ingediend, dan doet de Geschillencommissie Paramedici uitspraak op basis van het klaagschrift en de bijbehorende stukken en volgt zij de procedure als bedoeld in artikel 4.9. Artikel 4.8 vindt geen toepassing.
6. De aangeklaagde kan zich laten bijstaan door een gemachtigde.

4.8 Opvolgende procedurele handelingen
1. Na ontvangst van het verweerschrift bepaalt de voorzitter de samenstelling van de Geschillencommissie Paramedici die over het geschil zal oordelen. Een en ander geldt onverminderd het bepaalde in lid 2.
2. Indien na ontvangst van verweerschrift blijkt van een kennelijke ongegrondheid van de aan het geschil ten grondslag liggende stellingen, dan wordt de procedure als bedoeld in artikel 4.9 gevolgd. In de andere gevallen wordt een zitting bepaald en wordt de procedure als bedoeld in artikel 4.10 gevolgd.
3. Wordt een zitting als bedoeld in artikel 4.10 bepaald, dan kan de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici daaraan voorafgaand de mogelijkheid van bemiddeling onderzoeken. De secretaris overlegt daartoe met de voorzitter en bepaalt zo nodig – en indien zowel klager als de aangeklaagde dat wensen – op zo kort mogelijke termijn een bijeenkomst waarvoor de klager en de aangeklaagde worden uitgenodigd. Deze bijeenkomst vindt plaats ten overstaan van de secretaris in de
7 Reglement Geschillencommissie Paramedici
omgeving van de woonplaats van de klager. De secretaris is bevoegd partijen te horen en partijen te verzoeken zich uit te laten over het voortraject en hetgeen partijen verdeeld houdt. De secretaris is voorts bevoegd om voorstellen te doen, teneinde tot een minnelijke oplossing van het geschil te komen. De secretaris doet verslag van hetgeen is besproken. Indien een minnelijke oplossing tot stand komt, dan wordt daarvan een overeenkomst opgemaakt als bedoeld in artikel 7:900 BW. De procedure wordt op dat moment afgesloten.
4. Wordt een zitting als bedoeld in artikel 4.10 bepaald, dan kan de Geschillencommissie Paramedici indien zij dat noodzakelijk acht, inlichtingen inwinnen door het doen instellen van een onderzoek door één of meer door haar aan te wijzen deskundigen. De Geschillencommissie Paramedici geeft daarvan na ontvangst van het verweerschrift kennis aan partijen. De secretaris verstrekt een afschrift van het deskundigenadvies aan partijen, die daarop binnen twee weken schriftelijk of elektronisch kunnen reageren.
5. De klager kan tot aan het moment dat een vergadering als bedoeld in artikel 4.9 of een zitting als bedoeld in artikel 4.10 plaatsvindt, zijn klacht intrekken.

4.9 Beoordeling op basis van de stukken
1. Indien blijkt van een kennelijke ongegrondheid van de aan het geschil ten grondslag liggende stellingen, dan volgt een beoordeling op basis van de stukken. Deze procedure wordt ook gevolgd als de klager niet-ontvankelijk is, de Geschillencommissie Paramedici onbevoegd is of als de aangeklaagde geen of niet tijdig een verweerschrift indient.
2. In geval van een beoordeling op basis van de stukken belegt de secretaris op een zo kort mogelijke termijn een vergadering met de voorzitter, een lid-aangeklaagde en een lid cliëntenorganisatie. Voorafgaand aan de vergadering zendt de secretaris de stukken per aangetekende post of elektronisch aan de leden.
3. Een uitspraak komt tot stand louter op grond van de stukken die ter kennis van beide partijen zijn gebracht. De vergadering heeft een besloten karakter. Artikel 4.11 en verder zijn van overeenkomstige toepassing.

4.10 Beoordeling op basis van de stukken en de zitting
1. De Geschillencommissie Paramedici kan een zitting bepalen. Deze heeft een besloten karakter. De zitting vindt zo veel mogelijk plaats in de omgeving waar de klager woonplaats heeft en wordt op een zo kort mogelijke termijn gepland met inachtneming van het door de secretaris opgestelde rooster. Om redenen van efficiency kan worden besloten tot een zitting in een centrale plaats in Nederland. Voorafgaand aan de zitting zendt de secretaris de stukken per aangetekende post of elektronisch aan de leden.
2. De secretaris nodigt de klager en aangeklaagde schriftelijk en/of elektronisch uit op de zitting te verschijnen, onder mededeling van de plaats, de dag en het uur van aanvang van het onderzoek op de zitting, de samenstelling van de Geschillencommissie Paramedici, en – voor zover dit aan de orde is – de namen van de getuigen en de deskundigen die zijn uitgenodigd of opgeroepen.
3. De namen van de getuigen en de deskundigen die door de klager of de aangeklaagde zijn uitgenodigd of opgeroepen, worden ten minste zeven dagen vóór de zitting schriftelijk of elektronisch aan de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici door de desbetreffende partij meegedeeld.
4. Processtukken, waaronder ook een deskundigenadvies, kunnen uiterlijk zeven dagen vóór de zitting bij de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici en tegelijkertijd bij de wederpartij, schriftelijk of elektronisch worden ingediend.
5. De voorzitter opent, leidt en sluit de zitting. Hij handhaaft de orde op de zitting. De voorzitter kan degene die tijdens de zitting de stilte of orde verstoort dan wel tekenen van goed- of afkeuring geeft, laten verwijderen.
6. Alle verschenen getuigen en deskundigen worden gehoord, tenzij sprake is van verzuim van lid 3 of sprake is van strijd met een goede procesorde. De voorzitter bepaalt de volgorde van het horen. De getuigen en deskundigen worden gehoord door de voorzitter. De andere leden van de Geschillencommissie Paramedici kunnen eveneens vragen stellen.
7. Door tussenkomst van de voorzitter kunnen de klager en de aangeklaagde vragen stellen aan de getuigen en de deskundigen.
8. Ter zitting kan een schikking worden beproefd. Indien een schikking tot stand komt, dan wordt daarvan een overeenkomst opgemaakt als bedoeld in artikel 7:900 BW. De procedure wordt op dat moment afgesloten.
9. Van het verhandelde op de zitting maakt de secretaris een schriftelijk verslag.

4.11 De totstandkoming van de uitspraak
1. Indien een schikking niet is bereikt, beraadslaagt de Geschillencommissie Paramedici na afloop van de zitting in raadkamer over de uitspraak.
2. Een uitspraak komt tot stand op grond van het verhandelde ter zitting en de stukken die ter kennis van beide partijen zijn gebracht en met inachtneming van het Nederlands burgerlijk (proces)recht.
3. De Geschillencommissie Paramedici beslist bij meerderheid van stemmen. Indien drie of meer opvattingen zijn gegeven, dan wordt beslist in de zin die het meest overeenkomt met de opvatting van de meerderheid. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

4.12 De uitspraak
1. De Geschillencommissie Paramedici doet zo mogelijk binnen zes weken na de vergadering als bedoeld in artikel 4.9 of een zitting als bedoeld in artikel 4.10 uitspraak en in elk geval uiterlijk binnen zes maanden na de datum als bedoeld in artikel 4.5 lid 1.
2. De uitspraak van de Geschillencommissie Paramedici heeft de vorm van een bindend advies. Het niet nakomen van bindend advies is een tekortkoming (artikel 6:74 BW). Een schadevergoeding vanwege niet-nakoming van de vaststellingsovereenkomst is afdwingbaar via de civiele rechter.
3. De Geschillencommissie Paramedici doet in haar advies uitspraak over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen en/of het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de klacht die aan het geschil ten grondslag ligt.
4. De uitspraak bevat naast het advies:
a. de naam, de voornamen en de woonplaats van de klager;
b. de naam, de voornamen en het werkadres/vestigingsplaats van de aangeklaagde over wie is geklaagd;
c. de naam en de voornamen van de gemachtigde(n) alsmede de plaats waar deze personen hun beroep uitoefenen;
d. een omschrijving van de feiten en omstandigheden die naar aanleiding van het geschil zijn onderzocht en tot het advies van de Geschillencommissie Paramedici hebben geleid;
e. de namen van de voorzitter en de andere leden van de Geschillencommissie Paramedici die de zaak hebben behandeld, en van de secretaris.
5. De uitspraak van de Geschillencommissie Paramedici kan tevens de toekenning van een schadevergoeding tot maximaal € 25.000,- exclusief de wettelijke rente bevatten. In dat geval stelt de Geschillencommissie Paramedici vast dat de aangeklaagde de klager een bepaald bedrag moet betalen.
6. De uitspraak van de Geschillencommissie Paramedici kan tevens inhouden dat de aangeklaagde aan de klager het griffierecht moet terugbetalen.
7. De uitspraak wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Bij verhindering van een van hen wordt de plaats ter zake van de ondertekening ingenomen door een ander lid van de Geschillencommissie Paramedici.
8. De Geschillencommissie Paramedici kan, gelet op de aard van het geschil en de daarbij betrokken belangen, besluiten op korte termijn een uitspraak te doen, een en ander ter uitsluitende beoordeling van de Geschillencommissie Paramedici.
9. De uitspraak wordt daags erna door de secretaris aan de klager en de aangeklaagde schriftelijk per aangetekende post of elektronisch toegezonden. Hebben zij of heeft een van hen een advocaat, dan gebeurt toezending aan deze persoon. Bij een andere vorm van volmacht wordt deze werkwijze niet gehanteerd en gebeurt verzending dus aan de klager en de aangeklaagde.
10. De Geschillencommissie Paramedici maakt de uitspraken over de aan haar voorgelegde geschillen op haar website openbaar in zodanige vorm dat deze niet tot personen herleidbaar zijn.

4.13 Kostenbepaling
Behoudens het bepaalde in artikel 4.12 lid 6 komen de door partijen ter zake van de behandeling van het geschil gemaakte kosten voor hun eigen rekening, tenzij de Geschillencommissie Paramedici in bijzondere gevallen (nodeloos veroorzaakt) anders bepaalt. In een zodanig geval komen voor vergoeding door de geheel of gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij slechts in aanmerking de door de wederpartij in redelijkheid gemaakte kosten en wel tot een maximum van vijfmaal het griffierecht dat aan de Geschillencommissie Paramedici verschuldigd is. Een en ander wordt in de uitspraak bepaald.

4.14 Herstel uitspraak bij kennelijke misslag
1. De voorzitter van de Geschillencommissie Paramedici kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken na de verzenddatum van de uitspraak door een partij schriftelijk of elektronisch gedaan verzoek een kennelijke fout in het bindend advies herstellen, dan wel – indien de gegevens genoemd in artikel 4.12 lid 4 onjuist zijn vermeld – tot verbetering van die gegevens overgaan.
2. Een verzoek als bedoeld in lid 1 wordt in afschrift schriftelijk of elektronisch aan de wederpartij verzonden en schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het bindend advies op, totdat op het verzoek is beslist.
3. De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in lid 1 schriftelijk of elektronisch te reageren.
4. Herstel of verbetering geschiedt door middel van schriftelijke of elektronische mededeling aan partijen.

4.15 Vernietiging bindend advies
Vernietiging van het bindend advies van de Geschillencommissie Paramedici kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de civiele rechter binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. De rechter zal het bindend advies vernietigen, indien de uitspraak in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.

Artikel 5 Jaarverslag
1. De stichting Kwaliteitsregister Paramedici stelt jaarlijks, voor 1 mei, een geanonimiseerd openbaar verslag op over de werkzaamheden van de Geschillencommissie Paramedici in het voorgaande jaar, dat onder meer inzicht biedt in de bij de Geschillencommissie Paramedici aangesloten zorgaanbieders, het aantal en de aard van de geschillen die aan haar zijn voorgelegd en de wijze waarop deze zijn afgedaan, en zendt daarvan een afschrift aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd en relevante organisatie(s) van cliënten.

Artikel 6 Geheimhouding en privacy
1. De leden, plaatsvervangende leden en de secretaris van de Geschillencommissie Paramedici zijn, ook na hun aftreden, verplicht tot geheimhouding van alle informatie die hen uit hoofde van hun lidmaatschap van de Geschillencommissie Paramedici ter kennis is gekomen en die als vertrouwelijk kan worden beschouwd.
2. Drie maanden na afhandeling van het geschil worden alle duplicaten van het dossier als bedoeld in artikel 4.4 vernietigd.

Artikel 7 Overige bepalingen
7.1 Voorlopige schorsing
1. De Geschillencommissie Paramedici kan besluiten een lid van de Geschillencommissie Paramedici voorlopig te schorsen als zij van oordeel is dat deze (tijdelijk) kennelijk niet geschikt is voor de uitoefening van zijn taak. Een dergelijk besluit dient genomen te worden door ten minste de helft van het aantal leden (uitgezonderd het lid op wie de schorsing betrekking heeft) ter gelegenheid van een formele vergadering.
2. Een besluit tot voorlopige schorsing wordt niet genomen dan nadat betrokkene in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
3. De directeur-bestuurder van de stichting Kwaliteitsregister Paramedici wordt per ommegaande geïnformeerd over een besluit tot voorlopige schorsing. De directeur-bestuurder van de stichting Kwaliteitsregister Paramedici stelt een nader onderzoek in en besluit na overleg met de (voorzitter van) de Geschillencommissie Paramedici op basis hiervan tot voortzetting van de schorsing dan wel ontslag van het desbetreffende lid.
4. Een voorlopige schorsing duurt niet langer dan drie maanden.

7.2 Verschoning en wraking
1. Een lid van de Geschillencommissie Paramedici kan zich verschonen wanneer door feiten of omstandigheden een onpartijdig of onafhankelijk oordeel van dat lid niet langer gewaarborgd is.
2. Partijen kunnen bezwaar maken tegen deelneming van een lid van de Geschillencommissie Paramedici op grond van feiten of omstandigheden die een onpartijdig of onafhankelijk oordeel van dat lid zouden bemoeilijken. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en dient binnen zeven dagen na bekendmaking van de samenstelling – maar uiterlijk ter zitting – van de Geschillencommissie Paramedici te worden ingediend. Wraking van de secretaris of de gehele Geschillencommissie is niet mogelijk. De Geschillencommissie Paramedici onderzoekt en beoordeelt het bezwaar in een andere samenstelling.
3. In geval van terechte wraking, of verschoning, wordt het betrokken lid vervangen door een ander lid.

7.3 Rooster van aftreden
De Geschillencommissie Paramedici stelt een rooster van aftreden op.

7.4 Onkostenvergoeding
De leden van de Geschillencommissie Paramedici ontvangen een onkostenvergoeding die door het bestuur van de stichting Kwaliteitsregister Paramedici is vastgesteld.

7.5 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin het huishoudelijk reglement niet voorziet, neemt de voorzitter, na overleg met de andere leden, een beslissing.

7.6 Wijziging van het reglement
Dit reglement kan door de Geschillencommissie Paramedici worden gewijzigd. Een wijziging kan worden aangenomen met meerderheid van stemmen. De Geschillencommissie Paramedici doet van deze wijziging mededeling en legt het herziene gewijzigde reglement ter vaststelling voor aan het bestuur van de stichting Kwaliteitsregister Paramedici.

7.7 Slotbepaling
Dit reglement is vastgesteld op 26 augustus 2021 door het bestuur van de Stichting Kwaliteitsregister Paramedici (KP) en geldt vanaf 1 september 2021.